Het blijft een paar jaar stil rond de aanleg van spoor-/tramverbindingen in Meppel. In 1896 echter komt er een comité bijeen die de aanleg van de stoomtramweg Meppel- Balkbrug opnieuw aan de orde stelt. Eerder genoemde J. Blom maakt deel uit van dit comité, van C.W. Snellebrand horen we niets meer. Er komt beweging in de zaak: de gemeente Meppel stelt fl. 1.000 te beschikking voor het opmeten van het traject. Burgemeester K.E. Borger wordt gekozen als voorzitter van het comité. Na zijn verkiezing maakt Borger bekend dat er een tracé is gevonden naar (de) Balkbrug. Tevens verhoogd de gemeente Meppel het budget voor de opmeting van fl. 1.000 naar fl. 1.600.

In 1899 wordt door Borger c.s. een renteloos voorschot aangevraagd bij G.S. van Drenthe van fl. 2.100/km voor de aanleg van de lijn voor zover zij in Drenthe ligt. Later wordt het bedrag van de aanvraag verhoogd naar fl. 2.500/km. G.S. van Drenthe honoreren de (verhoogde) aanvraag. Eenzelfde aanvraag bij de provincie Overijssel wordt afgewezen.

Op 15 augustus 1900 neemt de gemeenteraad van Meppel een besluit om voor fl. 50.000 deel te nemen in het kapitaal van de MB. Twee jaar later verstrekt de gemeente Meppel ook nog een renteloos voorschot van fl. 50.000.

Op 9 april 1904 meldt het Nieuwsblad voor Friesland dat de aanleg van de MB en voldongen feit is, daar alle aandelen zijn geplaatst en de financiering daarmee rond is. Ook wordt in dat jaar besloten om de exploitatie uit te besteden aan de N.V. Dedemsvaartsche Stoomtramweg-Maatschappij. Tenslotte wordt het traject in Meppel gewijzigd vastgesteld. De tramlijn zal niet eindigen op het Zuideinde in Meppel, maar bij het Station Meppel SS.

Op 24 februari 1905 werd de definitieve oprichtingsvergadering gehouden van de N.V. Spoorwegmaatschappij Meppel-Balkbrug. In de Staatscourant van 17 oktober 1905 werden de statuten van de MB gepubliceerd, waarmee aan alle formaliteiten was voldaan. Hierna kon de aanleg en exploitatie van de N.V. Spoorwegmaatschappij Meppel-Balkbrug beginnen.